(1) De maatschappelijke verdienmodellen voor waterlandschappen met verdienopties voor de agrarische sector, de waterbouw en recreatie zijn 2023 gevalideerd met (a) een burgerraadpleging (voor- en achteroever concept Koopmanspolder) en (b) een ontwerpatelier (Kust van Eems-Dollard en Groningse Waddenkust).

(2) De uitkomsten van het ecologisch onderzoek dat is uitgevoerd bij de monsterlocaties bij de Koopmanspolder langs de IJsselmeerkust zijn geanalyseerd. Er is een duidelijke gradiënt te zien - van verschillende gemeenschappen op de monsterlocaties bij de vooroever. Dit toont aan dat ‘zachte’ land-waterovergangen bijdragen aan habitatheterogeniteit. De connectiviteit van de achteroever met het IJsselmeer kan echter nog verbeterd worden.

(3) Er zijn inmiddels verschillende vervolgprojecten gestart waaruit kennis uit WmW wordt gebruikt zoals het Spoorboek Brede Kustzone (Waterschap Noorderzijlvest), het Zuiverend Landschap (Drinkwaterbedrijf PWN) en het project Geen Zee te Hoog (HZ). Kennis uit WmW wordt hiermee ontsloten naar de Programmatische Aanpak Grote Wateren, de Gemeentelijke Kustvisie Medemblik en verschillende regionale uitvoeringsprogramma’s in Noord- en Zuid-Nederland.

Het huidig project sluit aan bij de missie Duurzame en veilige Noordzee en andere (binnen)wateren (E) en draagt bij aan de doelen:
E3: Een balans tussen socio-economische functies en natuur;
E1: “Beter” combineren van natuur met andere functies (energie, voedselproductie);
E3: Natuurinclusief gebruik van land-/water systemen en Inrichtingsconcepten die voldoende ruimte bieden voor realiseren natuurdoelen door:
a. inzicht te geven in het voedselweb en de biodiversiteit en in hoeverre mosselkweekpercelen hierin een rol (kunnen) spelen
b. inzicht in de effecten van economische activiteiten in de bovengenoemde wateren alsook herstel en verbeteren van de biodiversiteit in deze wateren.

Dit onderzoek, met het oog op de aanleg nieuwe mosselkweekpercelen en de relatie tot het effect op natuurdoelen, is van belang voor de financieel-economische toekomst voor de mosselsector. De mosselsector heeft een grote bijdrage aan economie en werkgelegenheid voor de Provincie Zeeland.
• Om te komen tot een evenwichtig balans tussen economische watergebonden sectoren en natuuropgaven voor o.a. intergetijdengebieden in 2050 worden in Missie E twee subdoelen genoemd.
A. Het realiseren van een balans tussen socio-economische functies (zoals schelpdierkweek) en natuur.
B. De ontwikkeling van concepten voor natuurinclusieve voedselproductie zowel in het water als op de landwater overgangszone, waarbij inrichtingsconcepten die voldoende ruimte bieden voor het realiseren van natuurdoelen als gewenst resultaat worden genoemd.
• De Oosterschelde en de Waddenzee zijn beschermde natuurgebieden waar veel partijen belangen bij hebben. Er is maatschappelijk draagvlak nodig om deze gebieden te mogen gebruiken voor de schelpdiersisser en -kweek. Het hebben van een 'social license to produce'; is daarom essentieel voor de Nederlandse mossel- en oesterkwekers. Dit project levert kennis op over de potentiële meerwaarde van mosselpercelen voor de biodiversiteit. Hiermee kan de mosselsector aan de maatschappij laten zien dat ze actief aandacht hebben voor een duurzame en natuurinclusieve bedrijfsvoering. Duurzame, natuurinclusieve schelpdiercultuur houdt in dat kweekbedrijf economisch rendeert, de visserij en de kweek geen structurele negatieve gevolgen hebben voor de natuur en waar mogelijk versterkend zijn voor de natuur, en worden gewaardeerd door de samenleving.

De beoogde concrete resultaten van het project zijn:
• Data van het voorkomen van mobiele en sessiele benthos en vis op kweekpercelen;
• Kennis over de rol van bestaande en nieuw aangelegde mosselpercelen voor de natuurwaarden: biodiversiteit en voedselweb;
• Kennis over het belang van de aanwezige typen hardsubstraten (incl. mosselpercelen) als leefgebied voor vis en welke rol deze spelen in de levenscyclus;
• Proefschrift over de toegevoegde waarde van mosselpercelen op natuurwaarden, inclusief minimaal 3 manuscripten die aangeboden zijn aan internationaal wetenschappelijke tijdschriften;
• Makkelijk toegankelijke informatie (e.g. in de vorm van factsheets) voor de sector en andere stakeholders welke laten zien in welke mate mosselkweek een natuurinclusieve vorm van voedselproductie betreft.